We prikken meteen een datum voor volgend jaar. 7 Maart. Same time same place. Mocht iemand dat een slechte datum vinden, deze eerste dinsdag na de laatste voorjaarsvakantie, dan horen we dat graag.
‘Niet vinken, maar vonken’
Wat doe je met 140 man in één ruimte, boordevol Rijnlandse kennis? Dan ga je delen, prikkelen en verbinden dat het je een lieve lust is. En dat is precies wat er gebeurde tijdens de eerste Rijnland Praktijkdag, op 1 maart in Eindhoven. Met als waardevolle uitkomst: nieuwe energie én nieuwe kennis.
Deze dag met Rijnlanders onder elkaar is volgens Harold Janssen en Henk Hogeweg (van organisator DeLimes) een staaltje Rijnlands organiseren in de praktijk. ‘Vandaag begon als een idee. Daar hadden jullie kennelijk oren naar en kijk ons nu eens bij elkaar: zoveel wijsheid in één ruimte. Het kan niet anders dan dat we straks nog wijzer naar huis gaan. We weten allemaal: de mens weer centraal te stellen, valt echt niet mee. Hier kunnen we elkaar horen, zien en steunen, en samen nieuwe kennis produceren.’
Zeggen, twijfelen, vragen
De regels van vandaag: wie het weet mag het zeggen; wie twijfelt mag dat noemen; wie het niet weet, mag vragen. Abonnees op Slow Management, deelnemers aan de Rijnlandweken, de leergang Organisatieontwikkeling, ontwikkeltrajecten binnen organisaties: velen van hen zijn er. En ontmoeten elkaar in een programma van 4 rondes met wel 32 verschillende workshops, grotendeels opgetuigd door de deelnemers zelf. Een aanwezige uit de zorg: ‘Rijnlands denken is één, maar ernaar handelen vind ik echt een kunst. Dagelijks loop ik tegen oude systeemdenkers op, hoe krijg je die in beweging? Daarom ben ik blij met deze dag. Ik kom om inspiratie en ideeën te tanken.’
Ondernemer van je eigen leven
Bij de workshop van Peter Bergers valt zij met haar neus in de boter. Want hoe je met creativiteit en passie de vonk in mensen ontsteekt, toont deze docent Burgerschap als geen ander. Dagelijks spoort hij studenten van het Summa Business College aan om vooral ondernemers te worden van hun eigen leven. ‘Iedere leerling is toch uniek? De één gaat de boerderij van zijn vader overnemen, de ander wil fitnessinstructeur worden of zijn eigen horecazaak starten; die kan en wil ik geen klassikaal lesprogramma aanbieden.’ In plaats daarvan stelt hij de talenten en ambities van zijn leerlingen voorop; vraagt hen, wanneer hij maar kan: wat vind je leuk, waar wil je heen? Ben je actief bij de Carnavalsvereniging? Mooi, deel je kennis met ons in de klas. Wil je een horecabedrijf starten? Leuk, nodig eens een horecaondernemer uit voor een workshop. Van dakloze tot mindfulnesstrainer: Peter haalt het liefst zoveel mogelijk variëteit van de wereld binnen het klaslokaal. ‘Die verhalen komen binnen en blijven hangen.’ Niet alleen aanvinken, maar aanvonken, luidt zijn devies. ‘Natuurlijk moeten er dingen gebeuren; alleen al voor de onderwijsinspectie, dat begrijp ik ook. Maar naast je verplichte programma is er zoveel mogelijk om leerlingen te leren léren.’
Het verschil maken
Wat zijn aanpak oplevert, wordt in één klap duidelijk bij de aanblik van vier van Peters studenten. Vol vuur vertellen zij hun verhaal: hoe de één inmiddels het halve filiaal van Albert Heijn runt, en in de klas alle ruimte krijgt om zijn werkervaring te delen. Hoe twee anderen een eigen onderneming hebben opgezet, met als eerste klant de horecaondernemer die ze eens voor een workshop hadden uitgenodigd. Uit alles blijkt: het bruist bij Peter in de klas, en daar worden ze allemaal beter van. Klassikale docenten? Die treffen zij heus ook nog genoeg in hun opleiding. Ze moeten het er maar mee doen, maar steken er lang niet zoveel bij op als bij Peter. ‘Hij maakt voor ons het verschil’.
Even vervreemd
Naast inspiratie, is er in de sessies ook ruim baan voor het delen van dilemma’s. Zo pakt Kees van der Riet van gemeente Zoetermeer een hele actuele beet: hoe organiseren we een AZC op z’n Rijnlands, met de belangen van de betrokkenen voorop? Wat in ieder geval niet werkt, is om de vluchtelingenproblematiek vast te zetten in systemen. Dat kunnen we dagelijks in de media constateren. Een passender antwoord zit ‘m volgens de club aanwezigen in de integratie van de energie en behoeften van burgers, van ondernemers, zorginstellingen, onderwijs en… wat dacht je van de vluchtelingen zelf? Worden die nog gehoord? Iemand concludeert: ‘Vluchtelingen worden bij wijze van spreken net zo vervreemd als medewerkers die geen enkele vat hebben op hun werk. Regels zuigen al hun kracht weg.’ Terwijl er zoveel prachtige burgerinitiatieven zijn die vluchtelingen juist energie en verbinding geven met hun nieuwe omgeving. Waarom faciliteert de overheid die niet veel meer? Al brainstormend begint het de aanwezigen te dagen: als je dit gigantische probleem niet oppakt in een gemeente, maar in een gemeenschap, dan lijken er veel meer oplossingen mogelijk.
Blijven watertrappelen
Op z’n Rijnlands dus! En hoe dat het beste werkt? Dáár is geen boekje of richtlijn voor, blijkt ook vandaag weer uit alle praktijkverhalen. Maar wat zíjn er toch veel wegen die naar Rome leiden! En dat blijft een kwestie van: proberen, testen, je neus stoten en weer doorgaan. ‘Ik blijf watertrappelen’, constateert een deelnemer na afloop. ‘Maar wel weer met hernieuwde energie.’
Hoe zit het met de nieuwe kennis die we vandaag zouden produceren? Collectief is die moeilijk te pijlen, maar met de individuele inzichten zit het wel snor, blijkt uit reacties: ‘Ik heb echt weer een omslag in mijn kop gemaakt’, ‘Vanaf morgen ga ik weer minder sturen en meer op mijn handen zitten’, en: ’Ik zie overal kansen’. En zo bestuiven de Rijnlanders elkaar, ook tijdens de borrel, nog lang met hun verhalen. En is dat niet precies de essentie van verandering? Als je de geplande wereld verlaat, dan word je zelf het verhaal.
Daarom, volgend jaar 7 maart, zelfde plek: verhalen delen tijdens de tweede Rijnland Praktijkdag. Tot dan!
Tekst: Teus Lebbing
zie ook blog